Overzicht toprisico's
In de voorbereiding op deze jaarstukken zijn de risico’s geïnventariseerd en geactualiseerd. In het hieronder weergegeven overzicht zijn de risico's gepresenteerd met de grootste netto impact; dat wil zeggen effect x kans groter dan € 250.000.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontwikkeling Marktontwikkelingen en weerstandsvermogen Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de inflatie. De inflatie is afgelopen jaar in augustus gestegen naar 12% voor consumentengoederen en diensten. Over heel 2022 is die uitgekomen op ongeveer 10% met als gevolg dat steeds meer mensen met hun besteedbaar inkomen onder de armoede grens zijn gekomen. Het BBP blijft de komende jaren groeien, maar de koopkracht van inwoners blijft naar verwachting in ieder geval in 2023 nog dalen. Met name de stijging van het aantal kinderen in armoede (€ 230.000) is een aandachtspunt. In de jaarrekening is zichtbaar geworden dat de uitgaven voor verschillende soorten energie zijn gestegen. Ook zijn er veel acties geweest om inwoners te ondersteunen bij het betalen van de energierekening. Vanuit landelijk beleid, aangevuld met gemeentelijk beleid. Daarnaast zijn de kosten door rente en inflatie gestegen. De verwachting is dat de rente nog blijft stijgen, wat bij herfinanciering hogere rentelasten tot gevolg heeft en een groter beslag zal leggen op de begroting. Er is nog steeds een lage werkloosheid, wat voor uitdagingen zorgt bij het aantrekken en behouden van personeel. Zelfs voor posities die niet ingevuld kunnen worden met vaste medewerkers is de mogelijkheid voor inhuur schaars. In 2023 is er een nieuwe cao afgesloten met een aanzienlijke stijging van het salaris van medewerkers. Daarnaast heeft de gemeente acties ondernomen om zijn positie als aantrekkelijke werkgever te versterken. Desondanks blijft het lastig om voldoende kwaliteit en capaciteit aan te trekken om de ambities te realiseren. Voor de woningmarkt spraken de belangrijkste belangenpartijen van een "perfect storm". Er zijn veel verschillende ontwikkelingen op en rondom de woningmarkt die invloed hebben. Er is veel behoefte aan woningen en ook in specifieke segmenten, maar de stijgende hypotheekrente (+/- 4,5%) , de hoge inflatie en stijgende kapitaalrente geven op verschillende manieren druk. De huizenprijzen dalen, maar het leenbedrag is door de stijgende rente ook gedaald. Daarnaast zijn de kosten voor levensonderhoud toegenomen. De markt is wat afgekoeld, maar het is moeilijk te voorspellen welke kant het precies op gaat. Het realiseren van de opgaven op de woningmarkt zal complexer worden de komende tijd, maar de behoefte blijft onverminderd groot. Hierbij spelen ook nog de ontwikkelingen rondom de omgevingswet bijvoorbeeld. Toelichting Grondexploitatie Zevenaar Oost – bedrijven en wonen: Waaijakkers: |
Algemene uitkering
De jaarlijkse verhogingen of verlagingen (het accres) van het gemeentefonds zijn onzeker. De hoogte van de algemene uitkering is mede afhankelijk van omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de gemeenten liggen.Daarnaast spelen er voor de komende jaren onduidelijkheden over deze systematiek en de wijze waarop de algemene uitkering (verruiming belastinggebied) zal worden vorm gegeven.
Doordat we in september en december aanvullende middelen hebben gekregen is het risico gestegen van 1,7 miljoen naar 1,8 miljoen (87 mln. naar 89 mln. in 2023 tegen 2%). Bij dit risico is geen rekening gehouden met de hiervoor beschreven onzekerheden in de komende jaren. Dit is verder op in deze paragraaf beschreven.
Aantrekken en behouden gekwalificeerd personeel
Al geruime tijd hebben we als gemeente te maken met een lastig bedrijfsvoeringsvraagstuk, namelijk een tekort aan personeel. Als het gaat om aantrekkelijk werkgeverschap loopt de gemeente Zevenaar, net als andere gemeenten, aan tegen krapte op de arbeidsmarkt. De kleinere gemeenten ondervinden meer concurrentie. Het risico zien we terug in vacatures die langere tijd open staan of soms zelfs niet in te vullen zijn. Met name bij Bouwen &Wonen, Ruimtelijke Ordening en Sociaal Domein staan vacatures open.
Daarnaast zien we een redelijk verloop van de (jongere) medewerker die na een aantal jaar de organisatie weer verlaat en een hogere uitstroom van medewerkers die met pensioen gaan. Over 2022 hebben we een uitstroomcijfer van 45. Om onszelf verder te profileren als een aantrekkelijke werkgever, werken we aan de doorontwikkeling naar een moderne en professionele organisatie. Gelet op het belang en onze ambitie hierin vervult Zevenaar een bestuursrol in het P&O-netwerk / Werken in Gelderland.
Wij zien het inzetten van personeel van derden (inhuur) als een tijdelijke noodoplossing. Het uitgangspunt is dat de kosten van inhuur binnen de formatieve budgetten blijft. Doordat ook de beschikbaarheid van inhuur steeds beperkter wordt en ook deze bureaus te maken hebben met kostenstijgingen, stijgen de kosten van inhuur. Mocht er ook geen inhuur beschikbaar zijn, dan kan de situatie zich voordoen dat geplande activiteiten niet uitgevoerd kunnen worden. Een geplande activiteit niet meer of anders uitvoeren zal ook tijd en geld kosten. Hierbij kun je denken aan extra kosten voor communicatie en kosten voor alternatieve plannen en verantwoording. Als grondslag voor het bepalen van het risico gebruiken wij de salarislasten in de begroting 2023 als basis. Er is een risico dat wij 5% meer uit moeten geven dan de geraamde salarislasten om de geplande activiteiten te realiseren. Het risico bedraagt daarmee € 1,2 miljoen met een kans van 70%.
In de begroting zijn budgetten opgenomen om een aantrekkelijkere werkgever te worden, daarmee de afhankelijkheid van inhuur te beperken en meer te kunnen ontwikkelen. De maatregelen beperken dit risico.
Verbonden partijen
De totale jaarlijkse bijdrage van onze gemeente aan verbonden partijen is ongeveer 20 miljoen. Het risico bestaat dat verbonden partijen in een bepaald jaar een hogere bijdrage nodig hebben dan begroot. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan bij onverwachte tegenvallers in hun exploitatie. Omdat de verbonden partijen in hoofdzaak niet beschikken over een eigen weerstandsvermogen, worden deze tegenvallers in rekening gebracht bij de gemeente.
De huidige economische onzekerheden en kosten stijgingen die wij als gemeente zien zullen zich ook voordoen bij de verbonden partijen. Hierdoor kan de gemeente (indirect) worden gevraagd deze hogere kosten te vergoeden. Uitgaande van een gemiddelde inflatie van 5% die wordt verwacht voor 2023 (CPB, maart 2023) is er een risico op hogere kosten van € 1.000.000.
Bylandse brug
De Bylandse brug verkeert in slechte staat en moet op (korte) termijn vervangen worden. Het wegvak over de brug is openbaar en de brug is in particulier eigendom van de Steenfabriek Tolkamer (Vandersanden Nederland). De eigenaar stelt dat hij wel eigenaar is maar niet onderhoudsplichtig. De gemeente stelt dat Steenfabriek Tolkamer (Vandersanden Nederland) onderhoudsplichtig is omdat zij in het verleden en nog steeds onderhoud uitvoeren. Er dreigt een juridisch geschil te ontstaan over wie onderhoudsplichtig is. Het risico bestaat dat de gemeente als onderhoudsplichtige wordt aangemerkt en dus ook de kosten voor vervanging op zich moet nemen. In het meerjareninvesteringsplan voor vervanging van kunstwerken is met deze vervanging geen rekening gehouden. De kosten voor vervanging worden geraamd op € 1.500.000 tot € 2.000.000. De kans dat de gemeente volledig opdraait voor vervanging schatten we nu in op 30%.
Sociaal domein
In het sociaal domein onderkennen we vier risico's. In deze begroting zijn de eerdere risico's specifieker gemaakt, omdat er verschillende ontwikkelingen zijn en de aard van de risico's daardoor ook anders zijn.
1. Algemene ontwikkeling
De prognose voor het gebruik van jeugdzorg en Wmo is gebaseerd op de werkelijke uitgaven, verhoogd met de verwachte ontwikkelingen in prijs en aantal cliënten. Wij zijn hierbij afhankelijk van factoren die buiten onze invloedssfeer liggen. Een andere factor die buiten onze invloedssfeer ligt is de beschikbaarheid van zorg. De beschikbaarheid staat onder druk, waardoor inwoners niet gelijk kunnen worden geholpen. Hierdoor bestaat het risico dat alternatieve (tussentijdse) zorg ingezet moet worden. Daarnaast hebben ook niet voorspelde demografische ontwikkelingen invloed op de gerealiseerde kosten.
Als risico wordt op basis van het huidige kostenniveau voor de gemeente Zevenaar een bedrag van € 750.000 aangehouden.
2. Compensatie jeugdzorg
De afgelopen jaren is de compensatie voor de kosten van jeugdzorg een belangrijk onderdeel van de begroting geweest. In de afgelopen P&C-documenten was de wijze waarop het rijk de gemeenten zou compenseren telkens anders. De afgelopen periode is tussen de verschillende belangenpartijen de wijze van omgaan met de compensatie vastgesteld.
a) Andere compensatie in algemene uitkering (inkomsten)
Gemeenten mogen de door de commissie der wijzen vastgestelde tekorten en besparingsmogelijkheden voor 100% verwerken in de begroting. In de voorgaande begroting was dit 75%. Ook moest nog rekening worden gehouden met een aanvullende opgelegde besparing door het Rijk. Voor 2023 is de compensatie toegezegd, maar voor de jaren vanaf 2024 nog niet. Het rijk zou kunnen besluiten deze bijdragen voor andere doeleinden in te zetten. Wij zien een kans van 30% dat het rijk een gedeelte (10% ) van de bijdragen zoals geraamd voor 2024-2025-2026 anders gaat inzetten. Het gaat om totaal € 9,2 miljoen.
b) Besparingen uit hervormingsagenda (uitgaven)
In de hervormingsagenda wordt in overleg met verschillende belangenpartijen samengewerkt om op landelijk niveau besparingen te realiseren. Het risico bestaat dat de voorstellen en/of de maatregelen uit de hervormingsagenda niet geheel geëffectueerd kunnen worden in onze begroting. Doordat het gesprek over de hervormingen in 2022 tijdelijk is gestaakt bestaat het risico dat de besparing in de kosten niet tijdig wordt gerealiseerd. Voorzichtigheidshalve hebben wij in deze begroting nog geen besparingen in de kosten opgenomen.
De besparing uit de hervormingsagenda bedraagt 1,6 miljoen voor onze gemeente. Hierdoor bestaat er een kans dat de kosten lager uitvallen dan nu opgenomen in de begroting. De kans dat we lagere lasten krijgen (voordeel) is voor 50% opgenomen. De besparing uit de hervormingsagenda bedraagt € 1,6 miljoen oftewel een positief risico van. € 800.000.
3. WMO aanzuigende werking
Dit specifieke risico in het sociaal domein gaat over de toenemende kosten voor huishoudelijke ondersteuning door het abonnementstarief. Landelijk is een toename te zien in het gebruik van ondersteuning en meerdere gemeenten zijn maatregelen aan het nemen om de toename van de kosten te beperken. De overheid heeft op basis hiervan besloten om de wetgeving aan te passen en vanaf 2025 weer een eigen bijdrage op te nemen. Wat de uitkomst zal zijn is nog niet duidelijk en in de tussenliggende tijd blijft de huidige situatie bestaan. Hierdoor bestaat een risico op een groei groter dan voorzien, maar wordt er geen aanvullend risico opgenomen.
Gevolgen Russische inval in Oekraïne
In de begroting is een eerste inschatting gegeven van de mogelijke gevolgen van de oorlog en onrust tussen Oekraïne en Rusland op de Nederland en de economie. Onrust, onzekerheid, risico van verhoging gasprijzen, minder gunstige economische ontwikkeling, effecten op het handelsverkeer, opvang van vluchtelingen etc. De verwachting was dat de oorlog met bijbehorende sancties gevolgen heeft voor onze gemeente. Op meerdere plekken kan het effecten, zoals: andere rijksbijdrage, hogere kosten als gevolg van gestegen inflatie, regelingen voor migranten, effect op economie (recessie), hogere rentelasten, hogere energieprijzen, schaarste in grondstoffen etc. In deze jaarrekening zijn meerdere verwachte effecten zichtbaar geworden en op basis van de cpb scenario's (maart 2023) zullen deze effecten in 2023 zeker ook nog blijven.
Ondanks dat wij meerdere prijseffecten al hebben verwerkt in de jaarrekening en andere P&C-documenten handhaven wij het risico van 1 miljoen tegen 50%.
Loon- en prijsinflatie
De toegenomen inflatie in zowel loon -als prijs vormt een risico voor de begroting. De gemiddelde inflatie over 2022 was zo’n 10 procent. In 2023 en verdere jaren is de ontwikkeling van de inflatie en de ontwikkeling van loon- en prijsindex onzeker. Dit geldt ook voor de compensatie voor gemeenten in de algemene uitkering. We verwachten in de meicirculaire meer duidelijkheid. Dit is een risico in de gemeentefinanciën voor de gemeenten. Het inflatiegevoelige deel van onze begroting is ± 50 miljoen, waarbij we 3% als risico incalculeren.
Dividend deelnemingen
We ramen in de begroting dividendinkomsten van Alliander, Ataro en BNG. We lopen het risico dat dividendinkomsten lager uitvallen, bijvoorbeeld door tegenvallende bedrijfsresultaten. Het dividend van Vitens is in de begroting structureel afgeraamd en daarmee geen risico meer.
Wachtgeld wethouders
Om de huidige wethouders te beschermen tegen de gevolgen van werkloosheid na het wethouderschap geldt een wachtgeldregeling. Na het wethouderschap ontvangt een wethouder een Appa-ontslaguitkering, tenzij de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Dit is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Waarom het wethouderschap beëindigd is hierbij niet van belang; het recht op de uitkering bestaat ongeacht de reden van het aftreden. De specifieke aanspraak en omvang kunnen pas worden bepaald op het moment dat zich dit voordoet. In de bepaling van dit risico is rekening gehouden met de twee wethouders in het huidige college die reeds de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en geen recht meer hebben op wachtgeld.
Uitval ICT-systemen
Een ICT- storing heeft een grote impact op onze gemeentelijke dienstverlening. Het is van groot belang dat beheer en onderhoud op de ICT- omgeving op een adequate manier wordt uitgevoerd. Hierbij wordt de kwetsbaarheid van de RID zichtbaar. Een combinatie van druk op de personele capaciteit, krapte op de arbeidsmarkt, vertraging in projecten en gebrek aan innovatiekracht, dragen er aan bij dat de kwaliteit van de ICT- omgeving onder druk komt te staan. Hierdoor bestaat het risico dat de kans op incidenten toe neemt en wij worden geconfronteerd met kosten. Dit kunnen kosten zijn op het niet beschikbaar zijn van netwerken en/of data door uitval of bijvoorbeeld een hack. Het herstellen hiervan kost geld, maar ook de neveneffecten, zoals niet kunnen leveren van dienstverlening aan inwoners en bedrijven en het niet kunnen werken van medewerkers zijn indirecte kosten als gevolg van een verstoring.
Het risico op incidenten in relatie tot informatieveiligheid zal de komende jaren alleen maar toenemen. Hier moeten we als gemeente voldoende op voorbereid zijn. In het kader daarvan heeft de VNG aandacht gevraagd voor het thema ‘cyberalert’, waarna de RID haar begroting hierop heeft aangepast.
In de risico's hebben we een bedrag opgenomen van 0,5 mln. met een kans van 50%. Het risico is bepaald op een aantal dagen dat niet gewerkt kan worden als gevolg van het niet beschikbaar zijn van systemen. Als dit het gevolg is van ransomware zullen er naast deze kosten ook andere kosten zijn, zoals het herstellen van data en systemen, inrichten aanvullende maatregelen, verantwoording afleggen over voortgang. De financiële omvang is aanzienlijk groter, maar de kans is kleiner.