Groen
Beleid
Voor het beheer van de openbare ruimte en daarmee voor het openbaar groen is in 2022 het beleidsplan IBOR (integraal beleidsplan openbare ruimte) opgesteld en ter besluitvorming aan u voorgelegd. Hierin is de gewenste beeldkwaliteit vastgesteld voor het groenonderhoud en zijn de ambities voor het openbaar groen voor de komende jaren benoemd. |
---|
Beleidskaders
|
---|
Kwaliteitsnormen
In het IBOR is het gewenste niveau voor de openbare ruimte vastgesteld en daarmee ook voor het openbaar groen. De beeldkwaliteitsniveaus zijn vastgesteld op basis van kwaliteitsnormen volgens de CROW beeldkwaliteitssystematiek. Beeldkwaliteit hoog: centrum, begraafplaatsen en accentplekken; De vastgestelde beeldkwaliteit heeft betrekking op het verzorgende en technische onderhoud van de openbare ruimte. |
---|
Onderhoud
Het onderhoud van de groenvoorzieningen wordt voor een deel in eigen beheer uitgevoerd en voor een deel door derden. Voor het reguliere onderhoud van het groen zijn we gestart met het wegwerken van de onderhoudsachterstand aan bomen en hebben we bestekken voorbereid conform het IBOR beleid voor het integraal onderhoud van de openbare ruimte (onderhoud groen, groen op wegen en vegen van goten) en voor bomen en bermen. |
---|
Ontwikkelingen
In 2022 is het IBOR vastgesteld. Op basis hiervan hebben we de opgave voor openbaar groen inhoudelijk en financieel vertaald in het beheerplan openbaar groen 2022-2026. Het beheerplan is in december 2022 door het college vastgesteld. |
---|
Financiën
Onderdeel (bedragen x € 1.000) | begroot | realisatie 2022 | Verschil |
---|---|---|---|
Bestekken onderhoud groen | 765 | 808 | -43 |
Doorbelastingen | 1.087 | 1.007 | 81 |
Leveringen diensten en goederen | 618 | 594 | 24 |
Onkruidbestrijding | 172 | 172 | 0 |
Overige lasten | 353 | 291 | 62 |
Totaal | 2.995 | 2.872 | 123 |
Er is een voordeel van € 123.000 behaald op het openbaar groen in 2022. Dit wordt deels veroorzaakt doordat er geen renovatie is uitgevoerd en er weinig inboet was. Daarnaast is er weinig gesnoeid waardoor de verwerkingskosten lager uitvielen en hebben we een voordeel op interne doorbelastingen van kosten van materieel. Deze verschillen zijn nader toegelicht binnen de verschilverklaring in programma 5.